BEWEEGENERGIZERS BASISONDERWIJS
Voor alle basisscholen in Nieuwegein bieden we beweegenergizers aan op thema. Met beweegenergizers betrek je kinderen weer bij je les. Even bewegen, even iets anders helpt om daarna weer actief mee te kunnen doen aan de les. Willen jullie ook graag beweegenergizers doen in de klas? Lees dan snel verder en klik op de naam van de energizer om het uitlegfilmpje te zien.
Thema: HERFST
Handen onder de tafel
Benodigdheden: –
De spelleider geeft snel achter elkaar opdrachten om de handen ergens neer te leggen: onder tafel, naast de tafel, op je voeten, in je la, enz. als de spelleider zegt: ‘’handen onder tafel’’ en de opdracht wordt uitgevoerd, is het goed. Als de spelleider zegt: ‘’onder tafel’’ en de opdracht wordt uitgevoerd, dan is degene die dat doet af. Net zolang doorgaan tot iedereen af is.
Kies je plek
Benodigdheden: –
Dit spel is makkelijk en snel te doen en de kinderen kunnen even lekker van hun plek af. Elk kind gaat achter zijn stoel staan. Zodra jij start zegt, gaat de tijd in. Kunnen ze allemaal binnen 30 seconden een nieuwe plek vinden? Tijdens het wisselen mogen ze niet praten en niet elkaar aan raken!
Antwoord de rekenvraag
Benodigdheden: –
Alle leerlingen gaan staan. Alle leerlingen bedenken een makkelijke rekenvraag. 1 leerling begin met het hardop zeggen van de rekenvraag en geeft dan de beurt aan een andere leerling die antwoord hierop geeft. Als de andere leerlingen denken dat het antwoord goed is gaan ze op de stoel staan. Als de leerlingen denken dat het antwoord beter kan dan blijven ze staan. Hierna mag de leerling die het antwoord gegeven had de rekenvraag vertellen en die doorgeven aan iemand anders.
Dierenspel!
Benodigdheden: –
Alle leerlingen zitten in een kring. Elke leerling verzint een dier met bijbehorend gebaar en laat het zien aan de rest van de groep. Je noemt eerst jouw dier (met gebaar) en daarna iemand anders dier (met gebaar) en dan is die persoon aan de beurt.
Blaas het blad weg
Benodigdheden: Gedroogde boomblaadjes
Je hebt hiervoor boomblaadjes nodig. Verdeel het aantal kinderen in twee- of drietallen. Ieder groepje krijgt een blad. Klap in je handen en het gaat beginnen. Elk groepje blaast naar het blad, zodat deze niet op de grond komt. Er mag enkel geblazen worden om het blad in de lucht te houden, het gebruik van handen, armen of hoofden is dus niet toegestaan als hulpmiddel. Wie zijn blad het langste in de lucht kan houden heeft gewonnen.
Vier op een rij
Benodigdheden: –
Alle kinderen zitten op een stoel of op de grond. Iedereen mag op elk moment opstaan, maar niemand mag langer dan 5 seconden achter elkaar blijven staan. Elke speler mag zo vaak opstaan als hij wil. De uitdaging is om altijd percies 4 staande mensen te hebben. Je mag uiteraard niet praten of gebaren.
.
.
Regen maken
Benodigdheden: –
Leerlingen zitten op hun plek. De leerkracht zegt “we gaan regen maken”.
Start: stilte en concentratie
Stap 1: de wind stijgt op; de spelleider wrijft in zijn handen, de leerlingen doen mee.
Stap 2: de eerste regendruppels; de spelleider slaat met zijn handen op zijn benen rechts-links in iets hoger tempo.
Stap 3: een echte regenbui; de spelleider slaat met zijn handen op zijn benen rechts-links in iets hoger tempo
Stap 4: storm: de spelleider stampt met zijn voeten op de grond in hoog tempo
Stap 5: = stap 3; de storm wordt weer een bui; handen op de benen slaan rechts-links etc.
Stap 6: = stap 2; bui neemt af, knippen met de vingers
Stap 7: = stap 1; de bui stopt, het waait weer, wrijven in de handen
Stap 8: het stopteken dat de spelleider van te voren heeft afgesproken: de wind gaat liggen.
Namenspel
Benodigdheden: 1 groot laken
Verdeel de klas in twee teams. Hou met nog iemand een laken vast tussen de twee teams in, zodat ze elkaar niet kunnen zien. Aan beide kanten van het laken komt één leerling uit elk team te zitten. Dan gaat het laken naar beneden en moeten de twee leerlingen zo snel mogelijk elkaars naam roepen. De snelste leerling wint een punt voor zijn/haar team. Variant: De twee mensen die het laken vasthouden omschrijven de persoon, zonder de naam te noemen, de eerste leerling die de naam van de persoon achter het laken raadt, wint een punt voor het team.